Op de wierde | eerste prijs
door Leonie Barnier
Een mestvaalt
en verlangen naar droge voeten
grond genoeg
om een gezin te beginnen
opeenhoping van huisraad
babbellust en twistziek kroost
moeders als sloepen
vast in het slib
vaders stug en stekelig
meidoorns in de wind.
Wie traag gaat
moet buigzaam zijn
zwaaien naar kinderen
die halsreikend uitkijken
naar schone schoenen
masten bouwen
draden tussen vertes spannen
het land ontstijgen
nazaten op wolken hijsen.
Juryrapport: Leonie Barnier reflecteert in Op de wierde op de lange geschiedenis van het wonen op een wierde. De gebruikte beeldentaal is verrassend, origineel en effectief. Voorhistorische vaders lijken bijvoorbeeld op meidoorns die mogelijk later wel weer zijn uitgegroeid tot Tennet electriciteitsmasten. Verleden en toekomst liggen zo in elkaars verlengde. Het gedicht blijft weg van wat de zwakte van veel andere gedichten is, namelijk dat ze te concreet en daardoor plat worden.
Het Reitdiepdal en route | tweede prijs
door Trudy Dijkshoorn
Het begint met een speldenprik
het zetje in de rug, de route, de kaart.
De kunst is om niet te verdwalen
het Hoogpad te kiezen zonder overmoedig te worden.
En je denkt te weten
te weten zoals de hazen bij Hekkum lopen.
Een dichter droomde eens over grote werken en legde de strofes
langs de lat van het landschap, wolkenvaandels en wandelpassen.
Ik had alleen oog voor de Wetsinger wierden
en fietste de trappers dieper in het beton.
Juryrapport: Trudy Dijkshoorn beschrijft met Het Reitdiepdal en route met mooie verrassende beelden hoe een blind in de landkaart gestoken speld tot een moeilijke fietstocht over Sauwerd en Hekkum leidt. De fietser denkt het landschap te kennen, maar verdwaalt er toch bijna in en fietst de trappers steeds dieper in het beton.
Dichtbie | derde prijs
door Thea Kuiper
Nou ik nait meer zo goud oet stee kin,
dreum ik mie voak
het laand achter Sauwerd en de Wetsinge’s, groot en lutje,
woar t oog ver riekt en pas stoekt bie diek.
En aaltied is dat laand dichtbie.
Ik heur de stemmen oet t verleden mor ook dei van dichtbie.
Mien wichie fietst op t blauwe fietske, d’ blauwe roemte ien,
t spiekerjaske wappert ien d’ wiend.
Ik roek het laand, d’ lucht van klaai en zwait.
Ik zai en pruif het laand van weerstand en van blui.
Een beetje achter poest op diek,
met zicht op aiwigheid van het Raitdaip.
Het wotter stroomt en golft en broest.
het wotter geft en nemt, waigt en troost,
net as t levent zulf.
Ik draai mie om en zai ien bundels golden licht
mien thoeskomst ien de verte,
op wierden liggen doar te wachten
d’hoeskes, d” meulen en d’ kerke,
liedzoam en beloftevol.
En aaltied is dit laand dichtbie.
Juryrapport: In Dichtbie verdubbelt Thea Kuipers de nostalgie, die het thema is van zoveel van de ingestuurde gedichten. De wandelaar is hier oud en krakkemikkig en kan er zelf niet meer bij, bij dat land van Wetsinge en Sauwerd, dat juist daardoor altijd zo dichtbij is. ‘Mien wichie fietst op t blauwe fietske d’blauwe roemte ien, t spiekerjaske wappert ien d’wiend’. Fietst hier soms een herinnering weg van de dichter en neemt hem of haar mee het landschap in?
Boven Groningen | genomineerd
door Jorine Witte
Bij het ontwaken uit de nacht
werpt ze haar wolkendeken af
Bomen kwispelen hun groene staarten
straten ritselen hun rode daken
Het is de plek
waar morgensterren rijpen
waar dagen dagen
alle dromen van de nacht bevrijden
‘t Is niet het Wad
‘t Is niet de Stad
‘t Is niet het Ommeland
Bij het krieken van de dag rekt ze zich uit
en al haar parken kwaken
Hondjes sleuren voort hun bazen en
ochtendmensen joggen routes op de kaarten
Het is de plek van voorbijgaan zonder einde
waar wolken wolken
met hun schaduwen langs het leven strijken
Juryrapport: In Boven Groningen heeft Jorine Witte het landschap gepersonifieerd als een lichaam dat zichzelf ’s ochtends wakker schudt om zich op te maken voor een nieuwe drukke dag. Een mooi gedicht met sterke regels en strofen, al dreigt de beeldspraak soms wat over the top te raken.
Streek | genomineerd
door Bianca Boer
mijn lichaam herinnert zich
de veertig weken samen
met het kind dat nieuwe paden
in mijn huid scheurde
zoals het duizend weken bewaart
van Hogeland onder mijn voeten
een dorp dat dichterbij komt
opa die stilaan groter wordt
meer heeft de horizon niet nodig
de leegte van pratend gras
dit lichaam dat tussen weilanden loopt
ik ben gemaakt van klei
Juryrapport: In drie simpele strofen laat Bianca Boer in Streek zien hoe wandelen en zwangerschap samen kunnen gaan. De vereenzelviging van landschap en lichaam wordt in al hun vanzelfsprekende vruchtbaarheid prachtig uitgedrukt in het beeld van de zwangere vrouw die voelt dat ze van ‘klei’ is.
En om | genomineerd
door Paul Marius Borggreve
Druk? Dan moet je es op zondag komen!
Waarom zou hij? Het was woensdagmorgen.
De weidevogels gierden hun zorgen.
Van een vogelaar was een blauwdruk genomen
alsof de vale man was ingehuurd:
fiets, verrekijker en afritsbroek.
Was hij in een oude wereld op bezoek?
Verdergaan; melk die te lang staat verzuurt.
Naast de koeien, de hoogspanningsmasten,
trekkers, vrachtauto’s en oplaadpalen
voor het milieu. Om nooit te verdwalen,
bordjes. Dat dát hier allemaal paste…
Wie alles moet zien, is ook een blinde.
Hij wachtte nog even met zijn bezwaar.
Het was juli en zoals in elk jaar
werd belofte overwoekerd door winde.
Juryrapport: In En om van Paul Marius Borggreve valt het grote weidse landschap toch wat tegen juist door zijn volheid. Het lijkt een pakhuis waarin dingen als elektriciteitsmasten, trekkers en naambordjes in het blikveld en in de weg gaan staan. Het eindrijm is soms wel wat te nadrukkelijk.
‘n mooi mmetje | genomineerd
door Annette Akkerman
lege leegte
weidse weilanden
de lucht waterig blauw
het water spiegelt blauw de lucht
soms een wolk
soms strak grijs
soms hoost het
nooit is er meer buiten
dan hier
tussen de lege leegte
en de weidse weilanden
Juryrapport: ’n mooi ommetje van Anette Akkerman is een compact gedicht met een originele typografische vondst in de titel. Het ommetje loopt van lege leegte door weidse weilanden naar weidse weilanden en lege leegte. De cirkel is rond.